Voice-over Frank Vischschraper

Darts-reünie

1 januari 2018

 

Frank: Hey Jacques, kerel, hoestie? Lang niet gezien man. (Tellselltoontje:) Vertel, Jacques, vertel, hoe is het daar in jouw hutje op op dat zonovergoten eiland? Mis je Dellûf niet een beetje?

Jacques: Ach, valt mee hoor. Ik kom er een paar keer per jaar om tien kilo noten in te slaan bij die beroemde notenbar, die ons dartavonden en dartavonden lang van de nootzakelijke snaai heeft voorzien. Nootzakelijk met een “t”, hahaha, snap je hem?

F: Tuurlijk, hoorde ik meteen, gekkie. Wat ontzettend leuk trouwens dat ze ons gevraagd hebben om na al die jaren weer eens samen commentaar te geven bij een groot dartstoernooi. Zouden we er nog wat van bakken denk je?

J: Kweenie, zo lang niet gedaan… Ik heb in ieder geval ter inspiratie die halve finale van het WK 2018 maar weer eens teruggekeken, tussen Michael van Gerwen en Rob Cross. Bijna twintig jaar geleden, maar man, man, man, wat een wedstrijd was dat zeg. Wat een spanning. Echt niet normaal meer. Ik weet nog dat ik in die laatste set een keer of vijf klaar ging staan om met mijn vuist op de desk te rammen, en dat jij gewoon heel rustig bleef zitten. Dat verbaasde me eerlijk gezegd.

F: Hmm, ik probeerde uit alle macht rustig te blijven. Maar je hebt waarschijnlijk niet gezien hoe ik onder die desk continu met mijn pootjes aan het watertrappelen was, als een zenuwachtig hondje. Hàd je ook niet kunnen zien, want je was één met het beeldscherm. Ik niet minder trouwens. Buiten die commentaarcel bestond de wereld gewoon niet meer. We werden dóór de monitor Ally Pally ingetrokken, zo die draaikolk in van opwinding, spanning, ongeloof. En verder was er helemaal niets. De tijd stond stil, we leken in een andere dimensie terecht gekomen. Maar ja, wat wil je ook, een winnaar die een matchdart tegen krijgt in een sudden death leg, dat was zelfs tijdens die beroemde finales van 2004 en 2007 niet gebeurd.

J: Man, ik kan het me nog herinneren als de dag van gisteren. Weet je, darten is enorm veranderd en geëvolueerd sinds 2017, maar de spanning is gelukkig altijd hetzelfde gebleven. Eigenlijk alleen maar groter geworden sinds ze op alle grote toernooien vanaf de kwartfinales met het setsysteem zijn gaan spelen.

F: Die andere aanpassingen die ze hebben gemaakt, hebben ook geholpen natuurlijk. Beginnen op 701 in plaats van 501, want ja, het was niet normaal meer hoe veel negendarters er op een gegeven moment werden gegooid. Wat wil je ook als een gemiddelde van 115 ineens de standaard is geworden.

J: Nee, dat was niet leuk meer. Negendarters… het devalueerde zo, hè. De oche tien centimeter langer maken hielp ook al niet. Die gasten gooiden ze gewoon binnen een jaar weer net zo makkelijk. En je zag dat het publiek het ook gewoon begon te vinden. Nee, ik ben blij dat de ultieme leg van tegenwoordig, de twaalfdarter, weer precies dezelfde sensatie teweeg brengt als die allereerste negendarter op televisie van Paul Lim. Grappig ouderwets woord trouwens, televisie. Helemaal achterhaald door die holografische technieken van tegenwoordig, waardoor je ook zonder een toegangskaartje gescoord te hebben, het gevoel kunt hebben echt lijfelijk bij zo’n toernooi te zijn.

F: Over Paul Lim gesproken, onwaarschijnlijk dat die man dit jaar, op zijn 82e, aan zijn 41e WK heeft meegedaan… Wordt die man dan nooit oud? Niemand die na het WK van 2023 gedacht had dat dat recordaantal van 31 deelnames van Raymond van Barneveld ooit nog gebroken zou worden, maar The Singapore Slinger flikte het gewoon drie jaar later al.

J: Raymond van Barneveld… Ik vond het zó geweldig dat die man dat jaar afscheid kon nemen met zijn zesde wereldtitel. Dat is de enige keer dat ik heb gehuild tijdens het commentaar geven. Gelukkig gebeurde het buiten beeld en bleven The Feather-achtige toestanden mij bespaard, maar nu, na al die tijd, kan ik het eindelijk vertellen.

F: Arjan “The Feather” van der Giessen. Dè dartsverslaggever der dartsverslaggevers, die af en toe wel eens een traantje plengde. Spreek je hem nog wel eens?

J: Ja, die komt regelmatig bij mij op het eiland. Praten we honderduit over goede oude tijden, gooien een pijltje in mijn eigen houten strandcafeetje en genieten als een malle. En na afloop interviewt hij mij dan. Maar alleen als ik gewonnen heb.

F: Hahaha… Trouwens, wat ik ook goed vind, is dat ze een tijdlimiet op de gooibeurten hebben gezet. Gewoon, vijftien seconden per beurt en tijdens een mogelijk beslissende set maximaal twintig. Is wel een hele zware dobber geweest voor de langzame gooiers, maar het viel ook gewoon niet meer te handhaven nadat Justin Pipe de Premier League had gewonnen in 2019. Ik gunde het hem echt van harte, maar zo heerlijk dat ze nu allemáál gewoon lekker op tempo gooien. En al die andere ontwikkelingen zijn ook gewoon echt goed geweest voor de sport. Ik bedoel: de coaches die erbij kwamen, de masseurs, fysiotherapeuten en artsen die tijdens de toernooien ook gewoon direct voor die gasten beschikbaar waren, de materiaalmannen, ga zo maar door. Alleen dat idee van die wisselspelers was natuurlijk belachelijk, men wilde de echte kanonnen zien van begin tot eind. En terecht natuurlijk.

J: Onderschat trouwens ook niet de belangrijke rol van de sportpsychologen die ze ineens allemaal gingen inhuren. Wat dat betreft heeft de wereldtitel van Josh Payne in 2021 ze allemaal aan het denken gezet. Zijn begeleidster Linda Duffy, je weet wel, die oud-nummer 1 van het damesdarten, heeft haar sportpsychologie-praktijk toen gigantisch moeten uitbreiden.

F: Ik vond het mooi om te zien hoe ze ineens allemaal door kregen dat je met zaken als mindfulness en meditatie ook heel gemakkelijk die perfecte mix kon krijgen tussen ontspanning en concentratie. Eerst werd er enorm lacherig over gedaan, maar toen Payne het WK won… Nee, toen waren ze allemaal om.

J: En het was natuurlijk diezelfde Payne die de aanzet heeft gegeven tot die hele sportschool-ontwikkeling. Eerst twijfelden ze nog, maar toen Gerwyn Price een jaar later ook nog eens wereldkampioen werd, waren ze allemaal niet meer weg te slaan uit de gym. Moest ook wel, want de kalender raakte voller en voller en je zag er steeds meer afhaken met fysieke problemen.

F: Het allermooiste vind ik eigenlijk dat die hele discussie over de vraag of darts nu wel of geen sport is, laat staan topsport, daarna ook heel snel is weggeëbd. Gelukkig dat men toen ook nog eens goed heeft gekeken naar de definitie van het woord sport in de Oxford Dictionary. Het bleek niet zo moeilijk om te concluderen dat darts inderdaad “een activiteit was waarbij sprake was individuen of teams, die op basis van skills en fysieke inspanning de strijd met elkaar aan gingen om anderen te entertainen.”

J: Ja, niemand die na die tijd nog het woord “spelletje” in de mond durfde te nemen als het om darts ging. Als ze daar behoefte aan hadden, gingen ze wel ganzenborden.

F: Niet alles wat ze deden pakte even goed uit natuurlijk. Die robot-callers met de stemmen van Russ Bray en George Noble waren echt verschrikkelijk.

J: Ja, weet je nog dat Colin Lloyd in zijn nadagen dat pratende stuk plastic uit frustratie een klein duwtje gaf, dat die namaak-Bray gorgelend op de grond kletterde en door de kortsluiting die ontstond het hele podium affikte? Mijn hemel, wat een toestand was dat zeg. Daar was de voorzitter van de Colin Lloyd-fanclub niet blij mee.

F: Hahaha, dat was jij, ja. Gelukkig dat Colin ook in sportief opzicht nog flink van zich deed spreken na zijn terugkeer.

J: Kijk, over het geheel genomen is darts natuurlijk gegroeid op een manier waarvan niemand had durven dromen. Ik bedoel: twee miljard kijkers wereldwijd voor de holo-cast van de laatste WK-finale tussen Tai “Son of The Flying Scotsman” Anderson en Zoë “Mighty Maiden” van Gerwen, dat was waanzinnig natuurlijk.

F: Zoë van Gerwen! De eerste vrouwelijke darter die het mannenbolwerk geslecht heeft! Wat een verhaal. Je ziet nu overal ter wereld meisjes tegen jongens gooien, je ziet ze steeds beter worden en regelmatig winnen ook. Schitterend hoe Zoë die overwinning in de halve finale op de oude vos Adrian Lewis vierde, zoals haar vader Michael dat ook altijd deed, maar dan met vlechten. Adrian moest nog terugspringen om er niet één vol in zijn gezicht te krijgen.

J: Wat een vrouw, wat een charisma. Net een volwassen Pippi Langkous die al die mannen boven haar hoofd tilt en naar het uiterste eind van het podium smijt.

F: Al die mannen behalve Tai Anderson dan.

J: Ik zou het nog een jaartje geven, dan neemt ze die ook te grazen.

F: Ja, dat kan bijna niet uitblijven. Haar vader was ook niet mals als hij een keer een belangrijke wedstrijd van iemand verloor. Die nam hij dan daarna verschrikkelijk te pakken. Kijk maar naar die finale van het WK van 2019 tegen Rob Cross.

J: Frank, jongen, wat zijn we toch bevoorrecht dat we al die mooie tijden in de dartssport mochten meemaken. Al was het dan de laatste tijd niet meer als commentator, maar via de holo-casts die we gelukkig ook in onze pensionado-hutjes kunnen ontvangen. En wat zijn we bevoorrecht dat RTL7 Online ons gevraagd heeft om nog één keer samen een commentaarduo te vormen, om het Olympisch dartstoernooi van 2036 te verslaan vanaf Wembley. Moet je je voorstellen, zitten wij daar straks in onze commentaarlounge, compleet met jacuzzi en een keuken van de concurrent, voldoende kaviaar en Dellûfse noten bij de hand, 120.000 man op de tribunes en dan maar gaan met die banaan.

F: Aiaiaiaiai, ik kan nu al niet meer wachten. Favorieten voor de titel wat jou betreft?

J: Tai Anderson en Zoë van Gerwen natuurlijk, dat moge duidelijk zijn. En Frank, nu ga ik je iets vertellen waar je echt van gaat opkijken.

F: Vertel, Jacques, vertel!

J: Er doet een jong nieuw talent mee, een jongen die voor een enorme verrassing zou kunnen zorgen. Zestien jaar nog maar, maar wat een fenomenale darter. Philip Taylor, de achterkleinzoon van. Ze noemen hem: “The Superpower”.

Related Blog Posts

Darts: een liefdesaffaire

Darts: een liefdesaffaire

31 december 2016   Basketball was en is de sportliefde van mijn leven, voetbal een heel goede tweede. Past darts daar dan nog bij? Maar...